Schroei
m., (gew., volkst.) honger, trek.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (ook: schrooi) (Barg.) idem als schrooi*: honger, trek, eetlust. 'Ik heb niet veel schroei'. • Ik heb schroei. [Dat is: honger.] (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • schroei m. zond. mv., honger, eetlust. Hij kreeg schroei, wat heeft dat paard een schroei. De maag begint te schroeien....
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(< schroeien, verdrogen), honger: Toe kwam Corry thuis mit ’n mond fol flooiedrop ... En die gaf mijn knurf ... dat ik ’r skroei van heb gekrege, QUERIDO 3, 130
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: