Wat is de betekenis van schouder?

m. (-s, -en), 1. elk der bovenste delen van de romp naast het hoofd, van de arm tot de hals ; in het mv. meest met inbegrip van het bovenste deel van de rug : brede, smalle, afzakkende schouders ; hoge schouders hebben, een weinig hoog van rug zijn ; een stijve (verstijfde) schouder ; — iem. op zijn schou...

schouder - zelfstandig naamwoord uitspraak: schou-der 1. deel van je lichaam tussen hals en armen ♢ zij had een brede sjaal over haar schouders 1. je schouders eronder zetten [heel hard gaan werken...

1) Gewricht dat een arm met de romp verbindt; 2) elk van de bovenste delen van de romp, vanaf de hals tot en met het begin van de arm.

(de; -s) - zijkant van een fiets- of autoband

is bij het levende dier het gedeelte van het lichaam, waaraan het schouderblad met de daaraan vastgehechte spieren ten grondslag liggen. Bij het geslachte dier echter verstaat men, speciaal bij varkens, onder de s. het gehele voorste deel van de romp. Als men hier spreekt van een zware s. of een lichte s., bedoelt men daarmede eigenlijk een resp. d...

s., skouder (it); op de —, op ’e skots; de -s ophalen, oan ’e skouders lûke; aflopende -s, ôfhingjende, ôfwetterjende skouders; met afhangende -s, slûk-, skeanskouderich; hoog van -s, heechskouderich; sterk in de -s, skoudersterk.

Het geraamte van de S. wordt gevormd door het schouderblad, waaraan zich een gewrichtskom voor het opperarmbeen bevindt. Skelet en spieren vormen de verbinding van de voorste ledematen met de romp en maken de bewegingen van de arm mogelijk.

is dat deel van de romp, dat gevormd wordt door sleutelbeen, schouderblad en schoudergewricht. Gewoonlijk maken de schouders met de hals een hoek van ca 90°. Afhangende schouders worden opgevat als een degeneratief kenmerk.

m. schouders, schouderen, schoudertje (1 elk der gedeelten van de romp tussen de hals en de armen of de voorste ledematen; 2 deel v. e. kledingstuk, dat de schouders bedekt): 1 hoog in de schouders zijn of hoge schouders hebben; een kogel in de schouder krijgen; de schouders ophalen; fig. zie o p h a l e n en o p t r e k k e n; iem. op de schoud...