Wat is de betekenis van SCHOTSPIJKER?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schotspijker

m. (-s), spijker voor schotwerk, vierkant met een platte of ronde kop.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schotspijker

s., skotspiker.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schotspijker

('schot) m. (-s) [schot] vierkante spijker met platte kop.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHOTSPIJKER

SCHOTSPIJKER - m. (-s), gesmede scheepsspijker met een ronden kop ; — (spr.) er een handvol schotspijkers onder smijten, beuzelingen in ’t gesprek mengen,

2025-07-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Schotspijker

z.n.m. - Soort van Spijker met een ronden kop, 00,54 el lang. Spreekwijze: Er een handvol schotspijkers onder smijten (beuzelingen in ’t gesprek mengen.)