Wat is de betekenis van Schots, scheef?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schots, scheef

bw. (-er, -t), 1. op lompe, ruwe, aanmatigende wijze: iem. schots bejegenen ; het gaat er schots toe; 2. scheef, verkeerd : alles lag schots en scheef in de kamer.