Wat is de betekenis van schoremerd?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

schoremerd

(19e eeuw) (Barg.) armoedig persoon; verachtelijk iemand. • Dat 's een nieuweling, nog erg nuchter, 'n kalf van een jonge ..., 't is een schoremerd (armoedige man), een zwerver. (Justus van Maurik: Amsterdam bij dag en nacht. 1889) • De Amsterdamsche kastelein, beklaagd van aan een paar politieagenten het woord „schoremer" te hebbe...

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoremerd

m. schoremerds (armoedige kerel); gmz.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schoremerd

m. (-s) schoreme kerel.

Gerelateerde zoekopdrachten