Wat is de betekenis van schoremeral?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

schoremeral

(1906) (Barg.) rotzooi; tuig. Henry Roskam (Boeven-jargon. 1948) vermeldt ‘schorem en al’: rommel(zooi). Kijk ook onder schorem*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1972) • Ook schorem betekent ‘uitvaagsel, slecht volk, gajes, schorremorrie’...

Gerelateerde zoekopdrachten