Wat is de betekenis van SCHOONSCHIJNEND?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoonschijnend

bn. bw. (-er, -st), uiterlijk fraai en goed, doch innerlijk slecht of vals, bedrieglijk: schoonschijnende redenen, beloften, voorstellen.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoonschijnend

adj., bluisterich.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoonschijnend

bn. (een schone schijn hebbend, maar innerlijk slecht): schoonschijnende redenen, iets schoonschijnend voorstellen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schoonschijnend

(scho.:n'schijnənt) bn. en bw. (-er, -st) uiterlijk fraai, doch innerlijk slecht of vals : -e redenen; iets voorstellen.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schoonschijnend

bn. en bw. (-er, -st), uiterlijk fraai en goed, maar innerlijk slecht en vals, bedrieglijk: schoonschijnende beloften, voorstellen.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHOONSCHIJNEND

SCHOONSCHIJNEND - bn. bw. (-er, -st), uiterlijk fraai en goed, doch innerlijk slecht of valsch : schoonschijnende redenen; iets schoonschijnend voorstellen.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten