Wat is de betekenis van Schoef?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoef

m. (-en), platte schop zonder knik in de dil (huis van de steel) om slootkanten mee af te steken. Ook schoefel.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoef

s.; (werktuig), snijseine.

2025-07-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Schoef

Schoef, v. (...ven), belegsel (van mantels enz.)