Schleichen
(schlich; geschlichen), sluipen; (soms) langzaam lopen; smokkelen; lopen (v. wild); schleichendes Gift, langzaam werkend vergift; eine schleichende Krise, een sluipende crisis; ein schleichendes Tempo, een traag tempo; sich sluipen.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
(schlich; geschlichen), sluipen; (soms) langzaam lopen; smokkelen; lopen (v. wild); schleichendes Gift, langzaam werkend vergift; eine schleichende Krise, een sluipende crisis; ein schleichendes Tempo, een traag tempo; sich sluipen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: