Wat is de betekenis van Schipperke, schippertje?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schipperke, schippertje

o. (-s), klein, levendig, zeer waakzaam hondje met zwart haar, vossekop, donkerbruine ogen en geen staart (gecoupeerd); veel door schippers als waakhondje gebezigd.