Schipperij
v. (-en), 1. schippersbedrijf, scheepvaart op de binnenwateren; 2. de gezamenlijke schippers; schippersvolk.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. schippersbedrijf, scheepvaart op de binnenwateren; 2. de gezamenlijke schippers; schippersvolk.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(schipperij) v. (-en) l. Eig. scheepvaart op de binnenwateren. 2. Metn. schippersvolk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. schippersbedrijf, scheepvaart op de binnenwateren; 2. de gezamenlijke schippers; schippersvolk.
J.H. van Dale (1898)
Schipperij - v. (-en), scheepvaart (op de binnenwateren); (ook) degenen die zich er op toeleggen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: