Wat is de betekenis van Schipbreukeling, schipbreukelinge?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schipbreukeling, schipbreukelinge

m. en v. (-en), v. (-n), die schipbreuk lijdt of geleden heeft.

Gerelateerde zoekopdrachten