Wat is de betekenis van Schieman?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schieman

m. (...lieden, ...lui), (zeew.) eert. een onderofficier aan boord, met het opzicht over de tuigage van het voorschip belast; thans: matroos die schiemanswerk verricht.

2025-07-25
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Schieman

Schieman - (mar.) vroeger de aanduiding voor een onderofficier, tweede bootsman, bepaaldelijk belast met de zorg voor het tuig en de ankers.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Schieman

onderofficier aan boord (gesch.)

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Schieman

onderofficier ter zee

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schieman

m. schielieden, schielui (scheepst. vroeger: onderofficier, tweede bootsman, bepaaldelijk belast met de zorg voor het voertuig en de ankers).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schieman

('schi:) m. (schielieden, schielui) [wsch. schip + man] Eert. tweede bootsman, met de zorg voor het vaartuig en de ankers belast.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schieman

Schieman - in vroeger jaren aan boord van een oorlogsschip een der dek-onderofficieren. De rang is reeds lang afgeschaft.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schieman

m. (-lui, -lieden), (zeevaart) vroeger een onderofficier met het toezicht op de tuigage.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

schieman

schieman - m., onderofficier ter zee.