Schieman
m. (...lieden, ...lui), (zeew.) eert. een onderofficier aan boord, met het opzicht over de tuigage van het voorschip belast; thans: matroos die schiemanswerk verricht.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...lieden, ...lui), (zeew.) eert. een onderofficier aan boord, met het opzicht over de tuigage van het voorschip belast; thans: matroos die schiemanswerk verricht.
Marc De Coster (2017)
Schieman - (mar.) vroeger de aanduiding voor een onderofficier, tweede bootsman, bepaaldelijk belast met de zorg voor het tuig en de ankers.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. schielieden, schielui (scheepst. vroeger: onderofficier, tweede bootsman, bepaaldelijk belast met de zorg voor het voertuig en de ankers).
Jozef Verschueren (1930)
('schi:) m. (schielieden, schielui) [wsch. schip + man] Eert. tweede bootsman, met de zorg voor het vaartuig en de ankers belast.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Schieman - in vroeger jaren aan boord van een oorlogsschip een der dek-onderofficieren. De rang is reeds lang afgeschaft.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: