Wat is de betekenis van Scheveningen?

Scheveningen - Eigennaam 1. (toponiem) Aan de zee gelegen historisch plaatsje (nu stadsdeel van Den Haag) in het zuidwesten van Nederland grenzend aan 's-Gravenhage

hé - verbloemende sollicitatie naar seksueel contact. De naam Scheveningen wellicht enkel omdat badplaatsen, waar de zeden al wat losser zijn, zich nu eenmaal goed lenen voor dergelijke contacten. Zie ook hoogwater in ’tdorp/opScheveningen.

de grootste Nederlandse badplaats aan de Noordzee, een deel van de gemeente ’s-Gravenhage. Bekend zijn de haven, de pier, de promenade, het Circustheater en het Kurhaus. Als oude vissersplaats bezit Scheveningen een haringvloot.

deel van de gemeente 's-Gravenhage, drukst bezochte badplaats van Ned. Tevens vissershaven. Strandboulevard, 2,5 km lang, Kurhaus.

de grootste en meest bezochte badplaats van Nederland, is vermoedelijk ouder dan ’s-Gravenhage zelf. Vast staat alleen dat het in 1470 bestond. Door watervloeden verdwenen herhaaldelijk gedeelten van het dorp, zodat het steeds verder landinwaarts werd verplaatst. Van oudsher stond Scheveningen onder het baljuwschap en schependom van ’s-Gravenhage e...

deel v/d gem. Den Haag, drukke Noordzee-badpl., visschershayen, vuurtoren. Breed strand, wandelpier; breede, 2,5 km lange boulevard

N. W. deel van de gem. ’s Gravenhage, aan de Noordzee. Visschershaven en Nederlands eerste badplaats [Kurhaus, 2,5 km lange boulevard, wandelhoofd (gebouwd 1900)]. Ca. 50 000 badgasten per jaar. Het Bad, het visschersdorp en de nieuwe woonwijken S. zijn geheel van elkaar gescheiden. In 1898 werd begonnen met den havenaanleg; in 1931 kwam een...

('sche:vəningən) badplaats in Zuidholland, maakt deel uit van 's-Gravenhage.

Ned. dorp in de gemeente ’s-Gravenhage.