Wat is de betekenis van schertsen?

(schertste, heeft geschertst), 1. gekheid maken, gekscheren, iets zeggen of doen voor de grap: lachen en schertsen, hij schertste maar, meende het niet in ernst; 2. spotten; met hem valt niet te schertsen, hij neemt alles ernstig op, duldt geen grappen.

Het begrip schertsen heeft 2 verschillende betekenissen: 1) gekscheren. iets zeggen bij wijze van grap; gekheid maken; gekscheren. 2) schertsend zeggen. schertsend zeggen.

schertsen - regelmatig werkwoord uitspraak: schert-sen 1. iets zeggen of doen bij wijze van grap ♢ hij zei het maar om te schertsen Regelmatig werkwoord: schert-sen ik scherts jij/u sche...

v., gekje, gekjeije, grapjeije, gabje, gobje, tûlkje, túlkje; met iets —, eat mei de gek bislaen.

schertste, h. geschertst (1 onschuldig spotten, gekheid maken; boerten maar meer edel; 2 ietwat vero. spotten met de bijgedachte aan stekeligheid): 1. dansen, lachen en schertsen; 2. zegsw. niet met zich laten schertsen.

('schertsən) (schertste, heeft geschertst) 1. als scherts, voor de grap zeggen: dat is niet ernstig, hij schertst maar. 2. stekelig spotten: niet met zich laten -; met hem valt niet te -. Syn. ➝ boerten.

(schertste, heeft geschertst), gekheid maken, gekscheren, iets zeggen of doen voor de grap; met hem valt niet te schertsen, hij neemt alles ernstig op, duldt geen grappen.

schertsen Zie: scherts

Schertsen - (schertste, heeft geschertst), boerten, kortswijlen, iets zeggen of doen voor de grap: hij schertste maar, meende het niet in ernst; — met hem valt niet te schertsen, hij neemt alles ernstig op, duldt niet dat men met hem schertst. SCHERTSING, v. (-en), boerterij.