Wat is de betekenis van Schenziek?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schenziek

bn. (-er, -st), gaarne vernielend, verdervend, meest in de verb. schenzieke hand.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schenziek

Schenziek - bn. (-er, -st), die gaarne lastert.

Gerelateerde zoekopdrachten