Wat is de betekenis van Schempen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schempen

(schempte, heeft geschempt), (gew., Zuidn.) schimpen.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schempen

Schempen - (schempte, heeft geschempt), (gew.) schimpen.

2025-07-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Schempen

Schempen, bw. ong. zie SCHIMPEN.

Gerelateerde zoekopdrachten