Wat is de betekenis van Schelvisoog?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schelvisoog

o. (...ogen), 1. oog van een schelvis; 2. ben. voor grote uitpuilende ogen, zonder uitdrukking.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schelvisoog

o. schelvisogen (fig. dof, uitpuilend oog met weinig uitdrukking).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schelvisoog

o. (...ogen) 1. Eig. oog van een schelvis. 2. Metf. groot uitpuilend oog zonder uitdrukking.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schelvisoog

o. (-ogen), 1. oog van een schelvis; 2. ben. voor grote uitpuilende ogen, zonder uitdrukking.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten