Scheffen
(scheften), (heeft gescheft), (Barg.) zitten; in zekere toestand zijn, hebben: dat niese scheft met kotem, dat meisje is zwanger.
Van Dale Uitgevers (1950)
(scheften), (heeft gescheft), (Barg.) zitten; in zekere toestand zijn, hebben: dat niese scheft met kotem, dat meisje is zwanger.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: