Wat is de betekenis van Scheers?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheers

(schaars), o. (-en), (Zuidn.) 1. scheermes; 2. ploegschaar.

2025-07-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Scheers

dr Jan Herman Adriaan; geb. Nijmegen 13 april 1823, overl. aldaar 18 september 1878. Van september 1863 af mededirekteur van het Gemeentemuseum te Nijmegen. NIJMEGEN -Commanderie van St. Jan: 6 aquarellen en een tekening, alle stadsgezichten te Nijmegen, t.w. Grote Markt (1856); oude stadsschuur (1863); Oude Haven en Bottelpoort (1865); ijsgang...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheers

v. en o. scheersen (Z.-N. schaars II).

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scheers

Scheers - SCHAARS, o. (-en), (Zuidn.) scheermes; ploegschaar.