Wat is de betekenis van Scheepsbouwkundig?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheepsbouwkundig

bn., betr. hebbend op het bouwen van schepen: scheepsbouwkundig ingenieur.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheepsbouwkundig

bn. (kennis hebbende v. het bouwen v. schepen).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheepsbouwkundig

('kundəch) bn. en bw. van, betreffende de scheepsbouwkunde: een ingenieur.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scheepsbouwkundig

bn., betrekking hebbend op het bouwen van schepen: scheepsbouwkundig ingenieur.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)