Wat is de betekenis van Scheenstuk?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheenstuk

o. (-ken), scheenijzer (1.).

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheenstuk

o. scheenstukken (deel v. h. harnas, reikend van de knie tot de enkel).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheenstuk

o. (-ken) beenstuk van een harnas.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scheenstuk

o. (-ken), ijzeren scheenbedekking: het scheenstuk van een harnas.

Gerelateerde zoekopdrachten