Scheenbeen
o. (-deren), (ontl.) het voorste der beide beenderen in het benedenbeen.
Muiswerk Educatief (2017)
scheenbeen - zelfstandig naamwoord uitspraak: scheen-been 1. bot aan de voorkant van je onderbeen, onder je knie ♢ hij kreeg een schop tegen zijn scheenbeen Zelfstandig naamwoord: scheen-been het scheenbeen ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
de aan de voorkant liggende voornaamste steun van het onderbeen; zie ook been. Terwijl het zwakkere kuitbeen in de onderbeenspieren gebed is, wordt het voorste deel van het scheenbeen slechts door huidweefsel bedekt, zodat elke slag of stoot onmiddellijk het zeer gevoelige beenvlies van het scheenbeen treft.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
tibia, het dikste van de twee pijpbeenderen van het onderbeen; het ligt ’t meest binnenwaarts en vormt de gewrichtsvlakken voor knie- en enkelgewricht
Jozef Verschueren (1930)
(‘sche:n) o. (-deren, ...benen) been vóór in het benedenbeen van de mens en van sommige dieren: het van een ➝ paard, een ➝ vogel. ➝ been.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-deren), (anatomie) tibia, het grootste van de beide beenderen van het onderbeen; het andere is het kuitbeen (fibula). Het boveneinde van het scheenbeen is sterk verbreed en bestaat uit twee knobbels, die te zamen met overeenkomstige structuren van het dijbeen het kniegewricht vormen. Het scheenbeen verbindt de knie met de enkel, waar het bot a...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: