Wat is de betekenis van Scheelte?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheelte

v., 1. (w. g.) schuinte; 2. (timm.) van scheelte schaven, vlak schaven.

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scheelte

Scheelte - v. (w. g.) schuinte; (van planken) geheel vlak; (ook) scheelheid.

Gerelateerde zoekopdrachten