Wat is de betekenis van schedule?

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

schedule

I. cedel, lijst, inventaris, opgaaf, tabel, staat; dienstregeling; rooster, program, schema; ahead of schedule, voor zijn tijd, te vroeg; behind schedule, over (zijn) tijd, te laat; on schedule, (precies) op tijd; schedule service, vaste (geregelde) dienst; at (to) schedule time, op de in de dienstregeling aangegeven tijd; op het vastgestelde uur;...