Wat is de betekenis van Schabberig, schabbig?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schabberig, schabbig

bn. bw. (-er, -st), (gew.) armoedig, kaal, versleten: een schabberige jas; er schabberig uitzien, schabberige kleren aan hebben, in lompen gekleed zijn ; een schabberige bedelaar.

Gerelateerde zoekopdrachten