Schaapherder
m. (-s).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die schapen hoedt. iemand die voor zijn beroep een kudde schapen in de open lucht hoedt; ook: het beroep van schaapherder. Voorbeelden: Iedere ram wordt immers op de buik gemerkt met een andere kleur, zodat de schaapherder kan zien wanneer zijn schaap precies gaat bevallen. De Standaard, 1996 Voor een schaapherder is d...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Fink (1998)
Hij geeft ons via het onbewuste de raad om ons aan te passen en de wet niet te overtreden - net zoals de schapen die er in zekere zin door de honden van de herders op worden gewezen, dat ze bij de kudde moeten blijven. (Zie ook ‘Herder’).
J.H. van Dale (1898)
Schaapherder - m. (-s), ...HERDERIN, v. (-nen), schapenhoeder, -hoedster; (spr.) den wolf tot schaapherder maken, de kat bij het spek zetten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: