Wat is de betekenis van Schaamrood?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schaamrood

I. bn., blozende van schaamte, van bedeesdheid : schaamrood worden ; iem. schaamrood maken ; II. zn. o., het blozen van schaamte; schaamteblos: het schaamrood overtoog haar gelaat.

2025-07-29
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

schaamrood

schaamrood op de wangen (op de kaken)

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schaamrood

s.n., read (it).

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schaamrood

1. o. (blos, rode kleur, door schaamte te voorschijn geroepen): iem. het schaamrood op de kaken jagen; 2. bn. (rood van schaamte).

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schaamrood

1. bn. (...rode) blozend van schaamte: worden. 2. o. blos der schaamte.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schaamrood

I. bn., blozend van schaamte, van bedeesdheid: schaamrood worden; II. zn. o., het blozen van schaamte; schaamteblos; het schaamrood overdekte haar kaken.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schaamrood

Schaamrood - bn. blozende van schaamte, van bedeesdheid: schaamrood worden; iem. schaamrood maken; —, o. het blozen van schaamte; schaamteblos : het schaamrood overtoog haar gelaat.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)