Schaamrood
I. bn., blozende van schaamte, van bedeesdheid : schaamrood worden ; iem. schaamrood maken ; II. zn. o., het blozen van schaamte; schaamteblos: het schaamrood overtoog haar gelaat.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., blozende van schaamte, van bedeesdheid : schaamrood worden ; iem. schaamrood maken ; II. zn. o., het blozen van schaamte; schaamteblos: het schaamrood overtoog haar gelaat.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
1. o. (blos, rode kleur, door schaamte te voorschijn geroepen): iem. het schaamrood op de kaken jagen; 2. bn. (rood van schaamte).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. bn., blozend van schaamte, van bedeesdheid: schaamrood worden; II. zn. o., het blozen van schaamte; schaamteblos; het schaamrood overdekte haar kaken.
J.H. van Dale (1898)
Schaamrood - bn. blozende van schaamte, van bedeesdheid: schaamrood worden; iem. schaamrood maken; —, o. het blozen van schaamte; schaamteblos : het schaamrood overtoog haar gelaat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: