Schaambeenboog
m., boog gevormd door de vereniging der schaambeenderen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat.: arcus ossium pubis), in het vrouwelijk ➝ bekken een meer boogvormige, in het mannelijk bekken een meer spitstoeloopende ruimte achter de schaamvoege, gevormd door de naar elkander toegegroeide schaambeenderen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: