Wat is de betekenis van Schaaldeel?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schaaldeel

o. (...delen), 1. ben. voor de eerste en de laatste plank die uit een ruwe balk of boom gezaagd wordt, die dus aan de ene zijde rond blijft; 2. deel van een schaalverdeling.

2025-07-26
Bouw- en Vastgoedlexicon

Hendrik Leurs (2015)

Schaaldeel

Zichtbaar houten deel van een gezaagde boomstam, met een gedeelte van de ronding nog zichtbaar.

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Schaaldeel

of schaalplank. Bij het in de lengte verzagen van een stam terzijde afvallende planken, die aan de van het hart afgekeerde zijde nog voor ca de helft van zijn, d.w.z. de oorspronkelijke ronding van de stam bezitten. Naar het topeinde lopen ze taps toe (z. Kanthout).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schaaldeel

v. (...delen) deel, plank met bolle zijde, van de buitenkant van een boom.

Gerelateerde zoekopdrachten