Sauf
I. behouden, veilig; avoir la vie sauve, er het leven afbrengen, het er heelhuids afbrengen; II. behoudens, behalve; sauf erreur, vergissing voorbehouden; als ik me niet vergis; sauf erreur et omission, behoudens vergissingen en weglatingen; sauf événement, als er niets tussenbeide komt; sauf à, onder beding dat...; sauf que, b...
