Saucisse
(Fr.), v. (-s), saucijs; saucisse de Boulogne, dikke gerookte worstsoort die in dunne schijfjes op het brood gegeten wordt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), v. (-s), saucijs; saucisse de Boulogne, dikke gerookte worstsoort die in dunne schijfjes op het brood gegeten wordt.
Marc De Coster (2020-2025)
(1984) (Vlaanderen, inf.) mannelijk geslachtsdeel. Vgl. worst*. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
worst, saucijs De zoon van de hereboer. Zijn ouders hebben speciaal uit dankbaarheid twee kilo saucissen laten brengen!' 'Hooguit een kilo!' 'Twee kilo,' gilde Mama. 'Lucien van Capellen liegt niet. Lijk gij de hele dag door. Hij zegt: ""Madame Seynaeve, hebben zij gesmaakt, die saucissen?"&qu...
Jozef Verschueren (1930)
(so'sis) v. (-n) [Fr. ➝ saucijs] 1. Eig. saucijs. 2. Metf. lederen met kruit gevulde zak om een mijn te doen springen.
J. Kramer (1908)
of saucisson, fr., saucijsje, kleine braadworst; ook: een met kruit gevulde lederen zak (worst) tot het ontsteken van mijnen.
J.H. van Dale (1898)
Saucisse - v. (-n), SAUCISSON, m. (-s), lederen, met kruit gevulde zak tot het doen springen eener mijn.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: