Wat is de betekenis van satisfy?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

satisfy

I. 1. voldoen (aan), voldoening of genoegen geven, bevredigen, tevredenstellen; 2. verzadigen, stillen; 3. geruststellen; overtuigen (van of); be satisfied that..., overtuigd zijn dat; satisfied with, tevreden over (met); II. satisfy oneself of the fact, zich overtuigen van het feit.

Gerelateerde zoekopdrachten