Wat is de betekenis van Sarothamnus?

Sarothámnus Wimm. [Fr. Wimmer], - van Gr. saros, bezem; thamnos, struik: bezemstruik. - De naam kan zoowel zinspelen op den vaak bezemvormigen habitus der plant, als op het gebruik, dat vroeger van de dunne twijgen werd gemaakt voor de vervaardiging van bezems.

van Gr. woorden die betekenen: bezem - struik; bezemstruik; de naam kan zowel zinspelen op de vaak bezemvormige habitus van de plant als op het gebruik dat vroeger van de dunne twijgen werd gemaakt voor de vervaardiging van bezems

is een ondergesl. van Cytisus, waartoe o.a. de bezembrem behoort. Soms beschouwt men dit als een zelfstandig gesl., gekenmerkt door de stijl, die na de bestuiving spiraalvormig oprolt.

➝ Brem.

Sarothamnus - plantengeslacht der Leguminosen-Papilionaceeën, door sommige plantkundigen met Cytisus vereenigd. Bekend is vooral S. scoparius (= Cytisus scoparius), de Brem of Bezembrem, een heester met roedevormigen, kantigen stengel en takken, 3-tallige of enkelvoudige bladeren en okselstandige, warm-gele bloemen, die alleen of 2 aan 2 in de okse...

plantengeslacht uit de familie Papilionaceae, met 1 soort heesters. Sarothamnus scoparius, brem, onderscheidt zich van verwante geslachten door kantige twijgen en een lange, cirkelvormig opgerolde stijl (met verbrede stempel) en aan de stengelvoet drietallige bladeren. Deze soort is een bekende heester, in veel delen van Europa te vinden (niet in I...

zie Brem.