samentroepen
samendrommen. bijeenkomen en zich tot een groep, een menigte aaneensluiten; samendrommen. Voorbeelden: Met zijn allen bleven ze ook op een kluitje samentroepen toen lange voorstopper De Boeck, als in de eerste de beste caféploeg, in de vuurlinie werd gejaagd [...]. "Bosman is er niet meer", sakkerde trainer Boskamp....