Samenhang
m., 1. de omstandigheid dat of de mate waarin versch. zaken aaneenhangen; (nat.) samenklevende kracht, cohaesie : de samenhang is bij de metalen zeer groot; — de samenhang van een partij, het elkaar steunen, op elkaar rekenen; 2. (in ’t bijz.) de omstandigheid dat of de wijze waarop woorden of zinnen een logisch geheel vo...