Wat is de betekenis van saddle?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

saddle

I. 1. zadel; 2. schraag; 3. rug-, lendestuk; put the saddle on the wrong horse, de verkeerde de schuld geven; II. zadelen; saddle with, opleggen, opschepen met; be saddled with, opgescheept zitten met; III. saddle oneself with, op zich nemen; IV. (op)zadelen (ook: saddle up).

2025-07-28
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

saddle

zadel, tandprothese met minder dan een zeker aantal elementen; saddle back lordose; saddle joint, zadelgewricht; saddle nose, zadelneus.