Wat is de betekenis van rutjepoep zijn?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

rutjepoep zijn

(1984) (< Westfries, inf.) arm zijn; geen cent meer bezitten. • Rutjepoep, bn., in de zegsw. rutjepoep weze, rut zijn, niets meer bezitten. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)