Wat is de betekenis van Rustkuur?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rustkuur

v. (...kuren), langdurige rust als geneeswijze voor iem. die zich overspannen heeft.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rustkuur

v. (geneeswijze, die in hoofdzaak in rust bestaat);

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rustkuur

Periode van langer of korter duur, bij voorkeur in andere omgeving, tijdens welke men lichamelijk of geestelijk zooveel mogelijk rust neemt, ten einde weer reservekracht op te doen, ofwel, door een andere energieverdeeling, invloed uit te oefenen op het reactievermogen van het lichaam tot genezing van ziekteprocessen. Mom.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rustkuur

v. (...kuren) kuur bestaande in rusten: de van een overspannene.

2025-07-24
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Rustkuur

ligkuur, een tegen zenuwziekten en vele andere aandoeningen met goed gevolg aangewende kuur, bestaande in volkomen rust, al dan niet gecombineerd met isoleering en overvoeding (zie Mestkuur). [i]

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rustkuur

v./m. (-kuren), langdurige rust als geneeswijze, m.n. voor iemand die overspannen is.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rustkuur

Rustkuur - v. (...kuren), rust voorgeschreven aan iem. die zich overspannen heeft.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten