Ruimer
m. (-s), 1. die ruimt (in alle bet.); nachtwerker. 2. ruimijzer of -naald. 3. ruimende wind.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. die ruimt (in alle bet.); nachtwerker. 2. ruimijzer of -naald. 3. ruimende wind.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. persoon die ruimt; 2. verspanend snijgereedschap voor het zuiver op de gewenste maat brengen van een voorbewerkt gat; 3. ruimende wind. De werking van een ruimer komt overeen met die van een mantelfrees, alleen is de spaandikte bij ruimen ten hoogste 0,2 mm. Ruimers zijn enigszins taps; het verloop in middellijn is slechts 0,0010,003...
J.H. van Dale (1898)
Ruimer - m. (-s), die of dat ruimt (in alle bet.); nachtwerker. RUIMSTER, v. (-s), zij die ruimt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: