ruigjoeker, ruigpoot, ruigridder
(1912) (scheldw.) homoseksueel. Deze scheldwoorden worden meestal vergezeld van een typisch gebaar: een paar klapjes met de ene hand op de rug van de andere. De behaarde of ruige kant van de hand of poot duidt de rugzijde van de partner aan (de verkeerde kant). Weinig frequent is ruigpot: lesbische vrouw. • Ruigpoot aan den overkant, verkank...