rubberen
(2000) (ww.) (motorrijders) extreem snel rijden, vooral bij accelereren vanuit stilstand (de rokende banden die bij accelereren horen). Vgl. Am.-Eng. slang ‘to burn rubber’. • Bijna elke week zien ze elkaar in Amsterdam, achter het terrein van de vuilverbranding in Sloterdijk. Daar racen en rubberen ze naar hartelust. (Vrij Nederla...