Wat is de betekenis van Rozijnenkauwer?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rozijnenkauwer

m. (-s), zeurpiet: op het ogenblik voel ik me niet erg lekker, maar je moet niet denken dat ik een rozijnenkauwer ben.

Gerelateerde zoekopdrachten