Wat is de betekenis van Rootzaad?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rootzaad

o., (gew.) gewone, huttentut.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rootzaad

Rootzaad - o. (plantk.) (gew.) gewone huttentut.

Gerelateerde zoekopdrachten