Rooimeester
m. (-s), bouwopzichter, ambtenaar die de rooilijn aangeeft; erfscheider; opzichter der grote wegen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), bouwopzichter, ambtenaar die de rooilijn aangeeft; erfscheider; opzichter der grote wegen.
J. van Donselaar (1936)
(de, -s) van de melassie- en dramvaten, (hist.) ambtenaar die dram- en melassevaten op hun juiste inhoud moest controleren en van een controlemerk voorzien. Soo is ’tdat wijomme hierinne soo veel in ons is voor het toekoomende de voorsien en diergelick fraudes te weeren, goedgevonden hebben tot roymeester der malassie en dramvaten aan te stel...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. rooimeesters (ambtenaar, belast met het aanwijzen van de rooilijn bij de bouw van huizen; bouwopzichter).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: