Wat is de betekenis van rooimeester?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rooimeester

m. (-s), bouwopzichter, ambtenaar die de rooilijn aangeeft; erfscheider; opzichter der grote wegen.

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

rooimeester

(de, -s) van de melassie- en dramvaten, (hist.) ambtenaar die dram- en melassevaten op hun juiste inhoud moest controleren en van een controlemerk voorzien. Soo is ’tdat wijomme hierinne soo veel in ons is voor het toekoomende de voorsien en diergelick fraudes te weeren, goedgevonden hebben tot roymeester der malassie en dramvaten aan te stel...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rooimeester

m. rooimeesters (ambtenaar, belast met het aanwijzen van de rooilijn bij de bouw van huizen; bouwopzichter).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rooimeester

m. (-s) ambtenaar belast met het aanwijzen van de rooilijn.