Wat is de betekenis van Rooier?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rooier

m. (-s), die rooit in een der bet. van liet woord, inz. die aardappelen rooit; — (Zuidn.) stroper, dief.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rooier

m. (-s), 1. hij die rooit; 2. landbouwwerktuig dat gebruikt wordt voor het oogsten van verschillende gewassen, aardappelrooier, bietenrooier.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rooier

Rooier - m. (-s), iem. die de rooilijn van te bouwen huizen, te planten boomen aangeeft; — peiler, rooier van vochten; — die aardappelen rooit. ROOISTER, v. (-s), zij die rooit.

Gerelateerde zoekopdrachten