Roodbont
I. bn., 1. wit van grondkleur, geschakeerd met roodbruine plekken: roodbonte koeien. 2. (van stoffen) geschakeerd met rode ruiten of strepen: roodbonte schorten. II. zn., 1. gemeensl. (-en), roodbont rund, paard; 2. o., de roodbonte kleur.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., 1. wit van grondkleur, geschakeerd met roodbruine plekken: roodbonte koeien. 2. (van stoffen) geschakeerd met rode ruiten of strepen: roodbonte schorten. II. zn., 1. gemeensl. (-en), roodbont rund, paard; 2. o., de roodbonte kleur.
Veerman (1954)
is een van de 3 Ned. veeslagen, waarvan de officiële benaming Maas-Rijn-IJsel (M.R. IJ.) veeslag is. De ontwikkeling van dit veeslag dateert voorn. van na 1906, toen de reorganisatie bij het N.R.S. tot stand kwam. Voordien kwam het voorn. voor langs de IJsel en langs de Maas, nl. in het Land van Cuijk. Het heeft zich naderhand verspreid over e...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
1. bn. (wit met rode plekken): een roodbonte koe; van stoffen: roodbonte kussentijken, geschakeerd met rode ruiten of strepen; 2. m. roodbonten (roodbont rund, paard); 3. o. (de roodbonte kleur).
Jozef Verschueren (1930)
('ro:d) I. bn. en bw. wit en rood nl. 1. wit met roodbruine plekken : -e koeien. 2. geschakeerd met rode ruiten of strepen : een -e stof. - II. 1. o. Eig. roodbonte stof. 2. m. (-en) Metn. roodbont paard, rund.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. bn., 1. wit van grondkleur, geschakeerd met roodbruine plekken: roodbonte koeien; (van stoffen) geschakeerd met rode ruiten of strepen: roodbonte schorten; II. zn., 1. v./m. (-en), roodbont rund, paard; 2. o., de roodbonte kleur.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: