Wat is de betekenis van Ronselaar?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ronselaar

m. (-s), 1. werver voor de krijgsdienst (ter zee of te land); soms bep. die soldaten voor de vijand werft. 2. werver op ander gebied. 3. (gew.) ruilcr, sjacheraar.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ronselaar

s., ronsel(d)er.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ronselaar

m. ronselaars (soldaten-, matrozenwerver, zielverkoper; ook: schacheraar).

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Ronselaar

zielverkooper, i/d tijd der zeilvaart iemand, gewoonlijk kroeghouder, die mannen dronken maakte of bedwelmde, waarna zij aan boord v. voor vertrek gereed liggende schepen werden vervoerd om gedwongen dienst te doen als matroos enz.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ronselaar

Persoon, die met list, bedrog of andere oneerlijke middelen iemand voor eenigen krijgsdienst aanwerft. De r. handelt in den regel uit winstbejag. In Ned. is door de publiekrechtelijke regeling der militaire dienstverbintenissen het ronselen voor de Ned. krijgsmacht uitgesloten. Tegen het ronselen voor vreemden krijgsdienst waakt art. 205 W. v. Str...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ronselaar

('ronsəla:r) m. (-s) hij die ronselt.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ronselaar

m. (-s), 1. werver voor de krijgsdienst (ter zee of te land); soms m.n. iemand die soldaten voor de vijand werft; 2. werver op ander gebied; 3. sjacheraar, scharrelaar.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

ronselaar

ronselaar - m., werver voor den militairen dienst; „ronselen” :werven voor den militairen dienst; ook: ruilen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ronselaar

Ronselaar - m. (-s), werver voor den krijgsdienst (ter zee of te land): (eert.) iem. die nummerverwisselaars en remplaçanten aanneemt en levert (in 1898 bij de wet afgeschaft); — ruiler, schacheraar.