Wat is de betekenis van Rodigheid?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rodigheid

v., 1. roodachtigheid; 2. roodachtige zelfstandigheid: er zat wat rodigheid van confituur aan zijn vinger.

Gerelateerde zoekopdrachten