Wat is de betekenis van Riffijn?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Riffijn

m. (-en), bewoner van het Rif, het kustgebied van Marokko.

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Riffijn

Marokkaan in of uit de Rifstreek. bewoner van de Rifstreek in het noordwesten van Marokko, die tot de Berbers behoort, de taal Tarifiet (een dialect van de Berbertaal Tamazight) spreekt en het islamitische geloof aanhangt; ook: Marokkaan die elders woont, maar oorspronkelijk uit de Rifstreek afkomstig is. Voorbeelden: Timazighin kenn...

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Riffijn

('fijn) m. (-en) bewoner, man afkomstig van het Rif.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-26
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press